LHBTI-doelgroep en eenzaamheid: dit zijn de feiten
LHBTI-ers zijn vaker eenzaam dan hun leeftijdsgenoten. Daarmee vormen ze een risicogroep die extra aandacht verdient bij de aanpak van eenzaamheid. Hier zetten we alle feiten op een rij: over wie gaat het, hoe vaak komt het voor, wat zijn de oorzaken en vooral: wat kunnen we doen om eenzaamheid bij de homo-lesbische doelgroep te voorkomen of tegen te gaan?
LHBTI?
LHBTI staat voor lesbische vrouwen (L), homoseksuele mannen (H), biseksuelen (B), transgenders (T) en intersekse personen (I). In Nederland blijkt 4 tot 7 procent van de volwassenen zich aangetrokken te voelen tot iemand van hetzelfde geslacht. Dat betekent dat 1 op de 20 mensen LHB is. Ongeveer 3,9 procent van de Nederlandse bevolking identificeert zich niet met het geslacht dat bij de geboorte is toegekend, dat zijn transgender personen. Intersekse personen, naar schatting 1 op de 200 mensen in Nederland, zijn geboren met een lichaam dat biologisch gezien niet voldoet aan de standaard definitie van vrouw of man.
Hoe vaak komt eenzaamheid voor?
Bij de verschillende subgroepen binnen de LHBTI-gemeenschap zijn de eenzaamheidscijfers verschillend:
- bij lesbische en biseksuele vrouwen voelt 22% zich eenzaam;
- bij LHBTI-mannen voelt 12,5% zich (heel vaak) somber of eenzaam;
- bij transgenders voelt 66% zich eenzaam, waarvan één kwart zich zeer sterk eenzaam voelt.
Het is lastig om deze cijfers goed te vergelijken met andere cijfers over de algemene Nederlandse bevolking. Maar volgens Movisie lopen lesbische vrouwen, homo’s, biseksuelen en transgenders gemiddeld een groter risico om zich eenzaam te voelen dan hetero’s.
De oorzaken
Eenzaamheid bij LHBTI-ers kan meerdere oorzaken hebben. Er zijn oorzaken die leiden tot eenzaamheid waar LHBTI’ers gemiddeld meer kans op maken en specifieke oorzaken die alleen bij deze doelgroep passen.
LHBTI’ers lopen meer kans op:
- gepest of buitengesloten worden;
- geen partner en of kinderen hebben.
LHBTI-specifieke oorzaken:
- het niet kunnen delen van of praten over LHBTI-gevoelens;
- het ‘anders’ voelen of in de kast zitten en daardoor niet zichzelf kunnen zijn bij anderen;
- door het ‘anders’ zijn zich eenzaam voelen in hun contacten;
- negatieve houding ten opzichte van zichzelf over eigen seksuele voorkeur (onder LHBTI-jongeren de belangrijkste verklaring voor eenzaamheid);
- negatieve reacties en angst voor negatieve reacties op seksuele voorkeur en genderidentiteit en -expressie;
- geen of weinig contact met andere LHBTI’ers;
- het minder goed contact hebben met familie, weggegaan zijn bij of uitgestoten worden door de familie omdat deze de LHBTI’er niet accepteert.
Veel van deze oorzaken hebben te maken een kleiner sociaal netwerk. Volgens onderzoeker Mirjam Fischer wijst dit er op dat uitsluiting nog steeds een belangrijke rol speelt. Het afwijken van de norm binnen de sociale omgeving kan tot eenzaamheid leiden door onbegrip en gebrek aan acceptatie vanuit de omgeving.
Gevolgen
Het gevoel van eenzaamheid kan voor iedereen grote gevolgen hebben. Voor de LHBTI-doelgroep zijn er een paar specifieke gevolgen:
- bang zijn voor negatieve reacties uit de omgeving;
- opnieuw de kast in gaan als oudere omdat zorginstelling en thuiszorg weinig aandacht hebben voor deze doelgroep;
- gezondheidseffecten, met name slechte psychische gezondheid, depressies en zelfs suïcide;
- minderheidsstress, die ontstaat door het behoren tot een gestigmatiseerde minderheid in de maatschappij die te maken krijgt met stigmatisering, discriminatie en uitsluiting (LHBT-monitor 2018).
Terugdringen eenzaamheid onder LHBTI’s
In de handreiking Eenzaamheid onder LHBT’s van Movisie zijn een aantal werkzame elementen opgenomen tegen eenzaamheid onder LHBTI’ers. Maatschappelijke organisaties kunnen het volgende doen:
- aandacht besteden aan het opbouwen van een divers en sterk sociaal netwerk waarin ook contact is met andere LHBTI’ers. Dit contact met andere LHBTI’ers kan gelegd worden door middel van projecten als roze salons en maatjesprojecten;
- LHBTI’ers betrekken bij vrijwilligersprojecten van bijvoorbeeld LHBTI-organisaties zodat zij hun maatschappelijke participatie kunnen vergroten, aangemoedigd worden contacten te leggen en andere LHBTI’ers ontmoeten;
- Woningbouw zou zich kunnen richten op het bevorderen van sociale contacten met behoud van de individuele privacy.
Waar de LHBTI’er zelf aan kan werken (met ondersteuning):
- versterken van de eigen weerbaarheid en het insteken op het positief kijken naar zichzelf. Assertiviteitscursussen of weerbaarheidscursussen volgen kan de angst om afgewezen te worden verkleinen en de spiraal van negatieve verwachtingen uit de omgeving doorbreken.
Ten slotte
Het is mooi om te zien dat er verschillende manieren zijn om eenzaamheid onder LHBTI’ers te verkleinen of voorkomen. Hier zijn drie belangrijke aandachtspunten voor:
- laat interventies van continue duur zijn. Een eenmalige bijeenkomst of ontmoeting gaat de eenzaamheid niet verminderen;
- betrek de LHBTI-doelgroep zelf bij het ontwikkelen van interventies tegen eenzaamheid, alleen dan zal het goed aansluiten bij de behoeftes;
- vergeet niet dat naast interventies en projecten het tegengaan van eenzaamheid met name moet liggen bij individuele betrokkenheid en aandacht (conclusie uit het debat ‘Roze eenzaamheid’; een complex probleem).
Publicatiedatum | 26 februari 2020 |
Laatste aanpassing | 29 februari 2020 |
Bron | Movisie, Sociaal Cultureel Planbureau |
Onderwerpen | LHBTI, feiten |