Wijkverpleegkundigen komen vaak bij mensen thuis en kunnen eenzaamheid signaleren. Maar wat zouden ze dan moeten doen? Een nieuwe richtlijn komt binnenkort beschikbaar. De richtlijn zegt dat wijkverpleegkundigen één uur per cliënt mogen gebruiken om te spreken over eenzaamheid. Maak hier alvast kennis met dit nieuwe instrument.
Niet weten wat te doen
In elke gemeente zijn tientallen groepen mensen die eenzaamheid kunnen signaleren. Een belangrijke groep is die van wijkverpleegkundigen, omdat deze beroepsgroep vaak en veel bij eenzame ouderen thuiskomt. Uit een bericht van ZonMw blijkt dat eenzaamheid in de top-drie staat van thema’s waarvan wijkverpleegkundigen niet weten wat ze daarmee aan moeten. Daarom is gewerkt aan een richtlijn voor deze beroepsgroep.
Eén uur voor gesprek
De beroepsvereniging V&VN zal de richtlijn ‘naar verwachting’ in november vaststellen. Volgens het ZonMw-bericht is het belangrijkste onderdeel van de richtlijn: praat met de cliënt. Dat hoort bij goede zorg én wijkverpleegkundigen mogen er de tijd voor nemen. Ze kunnen hier tot één uur per cliënt aan besteden. Daarin moeten ze proberen cliënten te motiveren voor passende activiteiten en hen zo nodig naar die activiteiten toe leiden.
Handreiking en training
Om wijkverpleegkundigen te helpen het gesprek te voeren, is ook een handreiking opgeleverd. Daarin staan tips met aanleidingen om een gesprek te beginnen. Daarnaast is een gesprekstraining ontwikkeld voor wijkverpleegkundigen.
Wat vindt u van deze aanstaande richtlijn? Is een uur voldoende? Zou er nog meer in de richtlijn moeten staan? Laat het weten in een reactie onder dit bericht.
Informatie
Publicatiedatum | 22 oktober 2020 |
Laatste aanpassing | 22 oktober 2020 |
Bron | ZonMw |
Onderwerpen | Signaleren, richtlijnen, handreiking, training |
Een uur is volstrekst onvoldoende om iemand die zich eenzaamheid voelt naar een passende activiteit te leiden en/of hem/haar doorvoor te motiveren. Daarvoor zijn zo’n drie tot vijf gesprekken nodig, waarin in ieder geval zichtbaar wordt waarmee de gevoelens van eenzaamheid samenhangen en waar de behoeften van de persoon die zich eenzaam voelt liggen. Nodig is ook dat iemand zelf in beweging komt. Dat lukt niet in een gesprek(je).
Ik heb net het project ‘Contact op maat’ afgerond, met mooie resultaten. Eenzame ouderen van 65+ werden door vrijwilligers ondersteund bij het in kaart brengen van hun wensen en behoeften en samen met hen werd gekeken hoe zij hiermee aan de slag konden gaan. Met onder meer aandacht voor het oplossen van belemmeringen, ondersteuning bij praktische zaken en mobiliteitsvraag.
Een uur om iemand die zich eenzaam voelt naar activiteiten te begeleiden is onvoldoende. Echter, het doel moet en hoeft niet te zijn om iemand naar activiteiten te begeleiden. Wijkverpleegkundigen kunnen signaleren en iemand motiveren om met een vrijwilligers, vriend, familie of professional verder te praten om er zo achter te komen waar de eenzaamheid mee te maken heeft en wat een passende oplossing is. Op die manier is een uur voldoende. De richtlijn moet hierin aangepast worden. Het is niet correct dat het toeleiden naar activiteiten de oplossing is voor het probleem. Een gesprekstraining gericht op het contact maken is voldoende.